Het Van Dam orgel

De orgelgeschiedenis
De Hamburgse orgelmaker Arp Schnitger noteert in zijn nagelaten geschriften dat hij tussen 1702 en 1712 een klein orgel maakte voor de Lutherse Kerk in Leeuwarden.
Het orgel dat Joachim Hess beschrijft in zijn dispositieverzameling van 1774 zou dit orgel kunnen zijn (mogelijk ook in gewijzigde vorm).
De vergrote kerk die dan spoedig gereedkomt, vraagt kennelijk ook om een groter/ander orgel. Op afgebroken contacten met (Pieter?) de Vries volgen werkzaamheden van de onbekende orgelmaker Johann Gottlob Walter uit Akkrum. Hij levert geen bevredigend instrument. In september 1800 wordt door Albertus van Gruisen een nieuw orgel voltooid (het contract was getekend op 28 mei 1797). In 1816 wordt er door Hillebrand aan gewerkt, in 1833 door Van Dam. In 1868 besluit men het te vervangen door het nu nog aanwezige orgel.

HET  HUIDIGE  ORGEL

Het huidige orgel werd in 1869 gebouwd door L.van Dam en Zonen, de derde generatie van een orgelbouwersfirma die sinds 1779 in Leeuwarden gevestigd was. De orgelbouwers namen pijpen van het vorige orgel in het instrument op. Het orgel is vrijwel ongewijzigd bewaard gebleven en heeft nog de originele dispositie:

HOOFDWERK  (C-g'''):                               DWARSWERK   (C-g’’’):
Prestant 8'                                                      Fluit dolce 8’
Bourdon 16'                                                   Salicionaal 8’
Holpijp 8'                                                       Viool de Gambe 8’
Octaaf 4'                                                        Fluit travers 4’
Roerfluit 4'                                                    Woudfluit 2’
Quintprestant 3'
Octaaf 2'
Cornet  3 sterk discant
Trompet 8' b/d 


PEDAAL (C-d’) aangehangen

Tramulant (sic!)
Klavierkoppel
2 Afsluiters
Windloser

Meer weten over Friese orgels en orgelactiviteiten? klik op de link Stichting Organum Frisicum 

 
terug